De gewone Labradoodle vs. Australian Labradoodle: Wat zijn de verschillen?”

De gewone Labradoodle is een kruising tussen de intelligente Labrador Retriever en de hypoallergene Poedel, is al lang geliefd bij hondenliefhebbers over de hele wereld. Maar wist je dat er twee belangrijke varianten van dit ras zijn? De “gewone” Labradoodle en de Australian Labradoodle hebben elk hun eigen unieke kenmerken en geschiedenis. In dit artikel gaan we dieper in op de verschillen tussen deze twee rassen.

Gewone Labradoodle

1. Oorsprong en Geschiedenis: De gewone Labradoodle, ook wel bekend als de F1 Labradoodle, is de eerste generatie kruising tussen een Labrador Retriever en een Poedel. Deze kruising werd voor het eerst gemaakt in de jaren 80 in Australië. De F1 Labradoodle heeft variabele eigenschappen en kan verschillen in grootte, vachttype en temperament.
2. Vacht: De vacht van de gewone Labradoodle kan variëren van gekruld tot golvend en kan minder hypoallergeen zijn dan die van de Australian Labradoodle. Dit komt omdat de eerste generatie kruisingen mogelijk niet allemaal de hypoallergene vacht van de Poedel hebben geërfd.
3. Grootte: Gewone Labradoodles kunnen variëren in grootte, afhankelijk van de grootte van de ouderhonden. Ze komen voor in standaard, medium en mini-varianten.  Mijn eerste labradoodle was een gewone Labradoodle. Charlie. Hij was fantastisch maar is helaas niet heel oud geworden.

Australian Labradoodle

1. Oorsprong en Geschiedenis: De Australian Labradoodle is een meer recent ontwikkeld ras en is ontstaan uit een kruising tussen verschillende rassen, waaronder de Labradoodle, de Cocker Spaniel en de Ierse Water Spaniël. Dit werd gedaan om de hypoallergene eigenschappen te verbeteren en een uniformer ras te creëren.
2. Vacht: De Australian Labradoodle heeft doorgaans een zachtere en hypoallergene vacht dan de gewone Labradoodle. De vacht is meestal gekruld en vereist  verzorging om klitten te voorkomen. Eens per week borstelen en je hebt en een geniet momentje met je hond en je behoudt een mooie vacht. Wij leren de Australian Labradoodle pups al aan dat borstelen gezellig is en genieten.
3. Grootte: Net als de gewone Labradoodle, is de Australian Labradoodle verkrijgbaar in verschillende maten, waaronder standaard, medium en mini.Als je aan het googlelen bent, kom je ook dit soort code waarschijnlijk tengen. Ik zal je uitleggen wat het verschil is binnen deze definities. zodt je een goed onderscheid kunt maken tussen gewone Labradoodles en Australian Labradoodles:Definities:
   • AL – Australian Labradoodle
   • ALF – Australian Labradoodle Foundation Dog (een soort voorloper)
   • ALF0 – Australian Labradoodle basis fokhonden
   • LO – Kruising Labrador x Poedel (ook wel aangeduid als F1/F1B/F2 Labradoodle)
   • S – Kruising Cocker Spaniel x Poedel (ook wel Spoodle genoemd)

   Basis rassen waren:

   L – Labrador
   P – Poedel
   C – Cocker Spaniel

   Hiermee zijn deze kruisingen gemaakt om tot een gewone labradoodle te komen:

   Gewone Labradoodle (LO):

   LO1: Kruising Labrador x Poedel (ook wel F1 Labradoodle)
   LO1 x LO1 geeft een LO2 (wordt ook wel F2 genoemd door “gewone” fokkers)
   LO2 x LO2 geeft een LO3
   LO1 x Poedel geeft een LO2 (deze kruising wordt ook wel F1B genoemd door “gewone” fokkers) Dit was Charlie die je hierbij ziet staan destijds. Hij was dus een gewone Labradoodle.
   Enzovoort.

   Als we dan kijken naar de Australian Labradoodle zijn deze kruisingen ontstaan:

   Na het ontstaan van de Labradoodle hebben Tegan Park en Rutland Manor Labradoodles in Australie hun werk voortgezet.  Zij mengden 4 andere rassen  (infusions), namelijk de Engelse Cocker Spaniel, de Amerikaanse Cocker Spaniel, de Ierse Water Spaniel en de Curly Coated Retriever.

    

Waarom een Australische labradoodle ?

De Australian Labradoodle is heel anders dan zomaar een kruising tussen een Labrador en een Poedel. Er is ruim 25 jaar selectie op vacht en karakter aan vooraf gegaan door deskundigen. Een pure bred Australian Labradoodle (pure AL) heeft minstens 7 generaties nodig

Australian Labradoodle (ALF):ALF1: Eerste generatie Labradoodle
ALF1 x ALF1 geeft een ALF2
ALF2 x ALF2 geeft een ALF3
ALF3 x ALF3 geeft een pure AL (Australian Labradoodle genoemd)
ALF1 tot en met ALF3 worden ook wel Multigen Labradoodles genoemd.
Vanaf ALF4 (4e generatie) is de naam Australian Labradoodle (pure Australian Labradoodle).

Dit zijn de Australian Labradoodles die wij mee fokken

Haarverlies bij gewone Labradoodle en Australian Labradoodle

Hoewel gewone Labradoodles en Australian Labradoodles dezelfde oorsprong delen, zijn er aanzienlijke verschillen in hun generaties en eigenschappen. Australian Labradoodles, ook wel bekend als pure bred Australian Labradoodles, ondergaan een zorgvuldige fokprocedure gedurende meerdere generaties voordat ze als zodanig worden erkend. Dit onderscheid is belangrijk om te begrijpen, omdat het van invloed kan zijn op de eigenschappen van de hond, zoals vachttype en allergievriendelijkheid. Het is essentieel om te overwegen welk type Labradoodle het beste past bij jouw behoeften en levensstijl bij het kiezen van een nieuwe metgezel.

De specifieke fokprocedure is verregaand, de bloedlijnen en stambomen worden geanalyseerd. De vachttypes en allergievriendelijk maar ook de karaktereigenschappen
Na deze selectie wordt gekeken of er een match kan onstaan en over kan gegaan om op te nemen in het fokprogramma.

Hoewel beide varianten van de Labradoodle bekend staan om hun vriendelijke aard, intelligentie en geschiktheid als gezinshonden, zijn er enkele belangrijke verschillen tussen de gewone Labradoodle en de Australian Labradoodle. De keuze tussen deze twee rassen hangt af van individuele behoeften, zoals allergieën en vachtvoorkeur. Het is belangrijk om zorgvuldig te overwegen welk ras het beste past bij jouw levensstijl en wensen voordat je een nieuwe harige huisvriend(in) verwelkomt.

Heb je interesse in een Pure Bred Australian Labradoodle pup? Stuur ons dan een bericht.